Door het coronavirus zijn de scholen in Nederland gesloten. Dat betekent dat bijna alle kinderen nu thuis zitten. Kinderen van mensen die juist nu moeten werken, bijvoorbeeld mensen in de zorg of mensen die de supermarkten moeten bevoorraden, kunnen nog wel terecht op hun school of opvang. Het is een uitzonderlijke situatie, want normaal gesproken zitten alle kinderen in Nederland doordeweeks in de klas. Als kind heb je daar recht op. Het recht op onderwijs. 

Nu de deuren van de scholen dicht blijven ziet de week er ineens heel anders uit. Via Skype, YouTube, spraakberichtjes op WhatsApp, online lesplatforms en via verschillende online lesplatforms krijgen veel leerlingen nog opdrachten door. Sommige ouders hebben thuis uitgebreide schema’s gemaakt met activiteiten. Wat betekent dit voor jou? Lekker veel gamen en spelletjes spelen of ben je toch veel met school bezig. YouTuber Teun Peters is benieuwd naar hoe jullie je tijd nu doorbrengen en heeft ook een stelling bedacht. Op onze Instagram kan je reageren. 

Recht en plicht 

In het Kinderrechtenverdrag hebben 196 landen afgesproken dat alle kinderen recht hebben op gratis basisonderwijs. Je moet naar school kunnen gaan en je moet les kunnen krijgen op een manier die bij je past, op een plek waar je je veilig voelt. De Onderwijsinspectie van de overheid controleert of scholen inderdaad zorgen voor goed onderwijs. Elke school krijgt sowieso eens in de vier jaar bezoek van de Inspectie. Die onderzoekt dan of een school goed bezig is of dat er verbeterpunten zijn. 

Voor kinderen in Nederland is onderwijs niet alleen een recht, maar ook een plicht. In de wet is namelijk de Leerplicht opgenomen. Dat betekent dat kinderen van hun vijfde tot het jaar dat ze 16 worden verplicht naar school moeten. Daar wordt ook op gecontroleerd. Het betekent dat je niet zomaar thuis mag blijven, of op vakantie kan gaan wanneer je er zin in hebt. 

Paard bedankt 

De Leerplichtwet ging in 1901 in en bestaat dus al heel erg lang. Al had het toen niet veel gescheeld of de wet was er niet doorgekomen. 50 mensen stemden namelijk voor en 49 stemden tegen. Er wordt gezegd dat de wet te danken is aan het paard van kamerlid Graaf Schimmelpenninck. Schimmelpenninck was een felle tegenstander van de wet, maar viel van zijn paard en kon daardoor niet bij de stemming zijn. Dat het paard zijn berijder van zijn rug afgooide op dit belangrijke moment zorgde voor de uitspraak: ‘het paard was verstandiger dan zijn meester’. 

Thuiszitters 

Al lijkt naar school gaan in Nederland heel normaal, toch zijn er hier zo’n 4500 kinderen voor wie dat niet zo is. Thuiszitters worden ze genoemd en het gaat om kinderen die om verschillende redenen meer dan drie maanden thuis zitten. Dat zijn vooral kinderen met een geestelijke of lichamelijk beperking of hoogbegaafde kinderen. Het zorgt soms voor discussies en problemen. Sommige ouders vertellen dat scholen hun kind niet wilden toelaten omdat de school zegt de juiste zorg niet te kunnen bieden. Maar verreweg de meeste scholen doen hun uiterste best om aanpassingen te maken zodat alle leerlingen mee kunnen doen. Scholen merken soms weer dat sommige ouders geen enkele school goed genoeg vinden voor hun kind. Het is een ingewikkeld onderwerp, maar feit is dat duizenden kinderen thuis zitten. Terwijl alle kinderen recht hebben op onderwijs.

Julia is zo’n thuiszitter. Vorig jaar vertelde ze in het Jeugdjournaal haar verhaal, ze zat toen al anderhalf jaar thuis. ‘Nu is het wel een beetje saai, dat je bijna de hele dag thuis alleen zit. Alleen mijn moeder is er.’ 

Julia voelt zich, zo vertelt ze, eerder ‘thuisgezet’ dan thuiszitter, veel liever zou ze wel naar school gaan. Samen met haar moeder probeert Julia elke dag iets aan school te doen. Maar het is toch anders dan gewoon in de klas zitten. ‘Soms verveel je je gewoon. En je hebt ook niet vaak heel veel sociale contacten en dat is het grootste nadeel ervan,’ vertelt Julia. 

Sommige kinderen kunnen om een andere reden lange tijd niet naar school, bijvoorbeeld doordat ze ziek zijn. Ook dan kan je in de klas zitten behoorlijk missen, vertelde Bo-Lynn eerder op Lot's Channel.  Klik hier voor haar verhaal. 

Wereldwijd 

Er zijn veel landen waar goed onderwijs minder vanzelfsprekend is dan in Nederland. Wereldwijd gaan zeker 260 miljoen kinderen en jongeren niet naar school. In sommige landen is er niet genoeg toegang tot onderwijs door armoede. Ook zijn er heel veel vluchtelingen die nu ergens worden opgevangen waar al amper ruimte is voor een veilig huis en genoeg eten en drinken. Goed onderwijs is voor veel kinderen in die situatie iets waar ze alleen maar van kunnen dromen. 

Verschillende hulporganisaties zetten zich in voor beter onderwijs, maar soms komen kinderen zelf ook met creatieve oplossingen. Baraa, die in een vluchtelingenkamp woont, zette haar eigen schooltje op. Zo kunnen kinderen onder moeilijke omstandigheden, toch blijven leren. "Kennis is het licht in de duisternis,' vindt Baraa.